Op 7 februari 1653 wordt in Amsterdam de nalatenschap van Maria Rutgers (1603/4-1652) verdeeld. Met haar echtgenoot, de doopsgezinde koopman Ameldonck Leeuw (1604/5-1647), bouwde zij aan een indrukwekkende collectie schilderijen. De nalatenschap telt een groot aantal portretten door Govert Flinck, een neef van Ameldonck Leeuw, als ook schilderijen van onder anderen Rembrandt, Backer, en Ruisdael. Het stuck van Rembrant, sijnde Thomas bij Cristus, hangt tegenwoordig in het Moskouse Pushkin Museum. Van een ander, een conterfeitsel van David Leeuw door Flinck gedaen, wordt vermoed dat het overeenkomt met A Portrait of a Boy in het Barber Institute of Fine Arts in Birmingham.
Een portret dat tot op heden nooit is teruggevonden is het conterfeijtsel van bestemoeder Josynna Lambrechts van Backer dat in de verdeling van de nalatenschap toebedeeld werd aan Barbara Leeuw (1629-1682), echtgenote van Anthony Block (1619/20-1681), die zelf ook een kleinkind is van Lambrechts. De geportretteerde Josynna Lambrechts (?-1638) werd in het Duitse Rees geboren en trouwde de Antwerpse koopman David Rutgers (1555-1623), broer van de door Rembrandt geportretteerde bonthandelaar Nicolaes Ruts (1573-1638). De schilder is de Harlingse Jacob Adriaensz Backer (1607/8-1651), tijdgenoot van Flinck en Rembrandt. Hoewel tal van kunsthistorici het portret van Lambrechts en de nalatenschap van het echtpaar Leeuw-Rutgers hebben besproken, is het geen van hen gelukt er achter te komen waar het portret zich thans bevindt.
Wanneer Barbara Leeuw in 1682 overlijdt, komt het schilderij in haar inventaris voor als een conterfeytsel, wesende de grootmoeder van de laetste overledene. In haar biografie van Agnes Block, de beroemde zus van Anthony, beschrijft Cornelia van de Graft de inventaris van Lucas van Beeck (1679/80-1745) en Johanna Teyler (1678/79-1758), waarin zich onder andere een portret bevindt van de grootmoeder van Barbara Leeuw, Josynna Lambrechts. In de inventaris van dochter Francina van Beeck (1707-1787) bevinden zich 5 familieportretten en 3 familiestukken. De nichten Joanna Blok (1714-1792), getrouwd met Gerrit Bosch (1718-1798), en Francina Teyler (1712-1794) erven het bezit van de kinderloze Francina van Beeck. Historica Tessa de Boer heeft mij geholpen bij het doorzoeken van talloze Amsterdamse archiefstukken, maar hier loopt het archiefspoor vooralsnog dood.
Een natuurlijk vervolg is Backers oeuvrecatalogus die in 2008 door Peter van den Brink en Jaap van der Veen is samengesteld. Zij schrijven over het portret van Lambrechts en aangezien Backer pas begin jaren 30 naar Amsterdam verhuisde, moet zij in ieder geval op leeftijd zijn geweest toen Backer haar schilderde. Vervolgens bespreken Van Den Brink en Van Der Veen een portret van een 69-jarige "uit diezelfde periode", maar de mogelijkheid dat het hier om hetzelfde portret zou kunnen gaan, wordt niet genoemd.
Het portret van de 69-jarige is het hierboven afgebeelde Portrait of an elderly woman en hangt in de Wallace Collection. De herkomst van dit schilderij is maar beperkt bekend en gedacht wordt dat het is aangeschaft door Francis Seymour-Conway (1777-1842), de 3e markies van Hertford. De 69-jarige is voorzichtig geïdentificeerd als Anna Roefs (c.1563-1639) op basis van onderzoek gedaan door Egbert Wolleswinkel. De identificatie is gebaseerd op het bestaan van een kopie in het bezit van een Nederlandse familie dat tegenwoordig in Landgoed Oldenhof te Vollenhove hangt. Volgens de familietraditie hoort bij deze kopie een mansportret, weliswaar geschilderd door een andere schilder (Wallerant Vaillant) en van een andere datering (de jaren 1650). Ervan uitgaande dat deze portretten gezamenlijk inderdaad een echtpaar voorstellen en gezien de vererving via de familie Rutgers, komt Wolleswinkel tot de conclusie dat het hier mogelijk Philips de Flines (1581-1652) en diens echtgenote Anna Roefs (?-1639) betreft. Zou het kunnen dat het portret eigenlijk Josynna Lambrechts voorstelt? Anna Roefs' stiefdochter Susanna de Flines (1607-1677) zou trouwen met David Rutgers (1601-1668), zoon van David Rutgers (1555-1623) en, jawel, Josynna Lambrechts. Van De Graft schrijft dat een dochter van het echtpaar Rutgers/de Flines, Josina Rutgers (1641-?), echtgenote van Wijbrand Schellinger (1640-1674), in 1695 mogelijk een portret van Josynna Lambrechts in bezit heeft, maar geeft helaas geen verdere uitleg. Zou dit de kopie kunnen zijn die nu in Landgoed Oldenhof hangt?
Om te bewijzen dan wel uit te sluiten dat het conterfeijtsel van bestemoeder Josynna Lambrechts van Backer hetzelfde schilderij is als het Portrait of an elderly woman in de Wallace Collection, moeten de volgende vragen onderzocht worden: