Wouter Leenders

PhD Candidate, UC Berkeley

Wouter Leenders

PhD Candidate, UC Berkeley

De Kunst om Goed en Goedkoop te Eten

picture

Het kookboek De Kunst om Goed en Goedkoop te Eten werd in 1909 geschreven door mijn betovergrootmoeder Albertine Arnoldina Cornelia van Leeuwen-Francken (1852-1932), echtgenote van Herman Jan van Leeuwen (1851-1926), raadsheer in het Gerechtshof te 's Hertogenbosch.

Van Leeuwen-Francken werd in 1852 geboren in Leeuwarden, als dochter van Cornelis Marinus Francken, rector van het Gymnasium aldaar, en Paulina Catharina Gerarda Bruins. In 1876 vond in Groningen het huwelijk plaats tussen Francken en Van Leeuwen. Twee maanden later vertrok het echtpaar naar Eindhoven, alwaar H.J. van Leeuwen aan de slag ging als procureur. In 1879 is Eindhoven alweer verruild voor 's Hertogenbosch. Hier werd Advocatenkantoor Van Leeuwen opgericht, dat aan de basis lag van het huidige Holla Advocaten.

Gedurende haar leven toonde Van Leeuwen-Francken zich maatschappelijk betrokken, onder andere als regentes van het Protestants Weeshuis, secretaresse van Vrouwenvereeniging Tesselschade, en presidente van de Bossche afdeling van de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht. Een neef van haar trouwde Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck, mede-oprichtster van de bovengenoemde Bond. Zij schreef meerdere malen voor het Tijdschrift voor Armenzorg en was betrokken bij de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898.

Deze laatste Tentoonstelling verdient verdere aandacht. Het doel van de Tentoonstelling was het geven van "een zoo getrouw mogelijk beeld van den arbeid, den toestand der vrouw in ons land." Dit bleek voor sommigen echter al te vergaand, want professor Petrus Johannes Blok schreef in de Nederlandsche Spectator een kritiek met de titel Te veel! Blok verwijt de vrouwenbeweging in zijn artikel te streven om "op radicale wijze te werk" te gaan, "het onderscheid tusschen man en vrouw zooveel mogelijk uit te wisschen", met als meest prangende voorbeeld wellicht wel de 'coeducatie', het ongescheiden onderwijzen van jongens en meisjes.

Van Leeuwen-Francken had op de Tentoonstelling over coeducatie gesproken en kon dan ook niet anders dan Professor Blok van repliek te dienen in een artikel met de titel Te veel?: "Hoe is het mogelijk dat een zóô ontwikkeld, helderziend en wetenschappelijk mensch als prof. P.J. Blok, geen 'geboren conservatief', zoo kan schrijven (...); hoe is 't mogelijk eene zaak zoo schromelijk oppervlakkig te beoordelen, zich aan zoo veel tegenstrijdigheden schuldig te maken?" Van Leeuwen-Francken verdedigt in haar artikel de vrouwenbeweging en beschrijft de voordelen van de coeducatie. Zij vraagt aan Blok "Men kan (...) met veel aanleg en allerlei talenten geboren worden, maar wat heeft men daaraan als de gelegenheid niet gegeven wordt die te ontwikkelen?" Van Leeuwen-Francken ziet de Tentoonstelling als een stap in de 'goede richting': "gelijk recht op opleiding tot nuttigen winstgevenden arbeid, zoowel voor de vrouw als voor den man."

Tenslotte schreef Van Leeuwen-Francken dus ook een kookboek, De Kunst om Goed en Goedkoop te Eten. Schrijvend vooral voor 'jonge huisvrouwen' benadrukt zij het belang om goed te koken: "Wij huisvrouwen hebben de gezondheid, het welzijn onzer huisgenoten in onze handen; wat helpt het, of het koper blinkt, of de meubels glanzen, wanneer de oogen van onze kinderen dof staan, wanneer zij krachteloos opgroeien en allerlei ziekelijke verschijnselen vertoonen, die bij goede voeding hadden kunnen voorkomen worden."

Het kookboek telt in totaal meer dan 400 recepten, alle rekening houdend met hen "wie het niet onverschillig is, hoeveel ze uitgeven." Er wordt aandacht besteed aan vrijwel elk gedeelte van de maaltijd. Men kan aanwijzingen vinden voor het bereiden van soepen, het braden van vlees en het bakken van vis. Er staan recepten voor warme en koude puddingen, gebak en ijs. Raadpleeg vooral de inhoudsopgave of de alfabetische inhoud.

Het volledige kookboek is hieronder in PDF-formaat te downloaden. Vanwege de grootte is het echter aan te raden een specifiek hoofdstuk te kiezen. Ook bij de individuele hoofdstukken kan het vanwege de grootte soms even duren voordat het bestand volledig gedownload is.

De Kunst om Goed en Goedkoop te Eten (649 MB)

  1. Voorbericht (p. I-VIII)
  2. Eenige (p. IX) herleidingen
  3. Inhoud (p. XI-XII)
  4. Bouillon voor vier personen (p. 3)
  5. Soepen bereid met bouillon - eerste aftreksel (p. 4-6)
  6. Soepen bereid met bouillon - tweede aftreksel (p. 7-13)
  7. Soepen niet gefruit (p. 14-15)
  8. Vastensoepen (p. 16-18)
  9. Groenten (p. 19-22)
  10. Groenten die niet afgekookt worden (p. 23-32)
  11. Gestoofde versche vruchten (p. 33-38)
  12. Inmaak van groenten en vruchten (p. 39-45)
  13. Inmaak van vruchten (p. 46-47)
  14. Het confijten van vruchten (p. 48-54)
  15. Gecristaliseerde vruchten (p. 55)
  16. Het conserveren van groenten en vruchten in azijn in goed sluitende potten of flesschen (p. 56-58)
  17. Gedroogde vruchten (p. 59)
  18. Aardappelgerechten (p. 60-63)
  19. Algemeene regels voor het braden van vleesch (p. 64)
  20. Rundvleesch (p. 65-67)
  21. Het braden van kalfvleesch (p. 67-72)
  22. Varkensvleesch (p. 72-78)
  23. Schapenvleesch (p. 78)
  24. Wat te doen met vleeschresten? (p. 79-85)
  25. Het koken van visch (p. 86-92)
  26. Het bakken van visch (p.93-94)
  27. Geconserveerde visch (p. 94-95)
  28. Geconserveerd vleesch (p. 96-104)
  29. Kleine vleesch- en vischspijzen (p. 105-110)
  30. Ragoûts (p. 111-113)
  31. Wild en gevogelte (p. 114-117)
  32. Warme sauzen bij vleesch en visch (p. 118-119)
  33. Koude sauzen bij vleesch en visch (p. 120-122)
  34. Enkele andere koude vleeschsauzen (p. 123)
  35. Koude puddingen met gelatine (p. 124-126)
  36. Puddingen zonder alcohol met gelatine (p. 126-129)
  37. Puddingen zonder gelatine (p. 129-131)
  38. Koude toeschotels (p. 132-134)
  39. Warme puddingen (p. 134-140)
  40. Eiergerechten (p. 141-147)
  41. Vladen en zoete sauzen (p. 148-150)
  42. Rijst en meelspijzen (p. 151-157)
  43. Gebak (p. 158-167)
  44. Het gebruik van den vetpot (p. 167-168)
  45. Zure en zoete geleien (p. 169-176)
  46. IJs (p. 177-180)
  47. Enkele dranken (p. 181-186)
  48. Gebrande suiker (p. 187-188)
  49. Naschrift (p. 189)
  50. Alfabetische inhoud (p. 191-198)